21 december 2011

VIB dient veldproefaanvraag in voor grotere maïs

Het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) heeft bij de federale overheid een veldproefaanvraag ingediend voor een experiment met genetisch gewijzigde maïs. Het gaat over planten die groter worden dan traditionele maïs – alvast in de serre. Met het experiment wil VIB nagaan of de maïsplanten ook onder normale landbouwomstandigheden hoger worden en of ze dichter bij elkaar kunnen worden geplant. Dat zou kunnen bijdragen tot een hogere opbrengst. De vergunning wordt aangevraagd voor drie seizoenen, te starten in 2012. De veldproef zal worden uitgevoerd in Wetteren, op gronden van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO), een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Overheid.

VIB-onderzoek op het veld

De genetisch gewijzigde maïsplanten zijn het resultaat van werk door VIB-wetenschappers onder leiding van Dirk Inzé en Hilde Nelissen. Die voeren al jaren onderzoek uit naar opbrengstverhoging. Daartoe bestuderen ze de groei en ontwikkeling van planten. De veldproef zelf maakt deel uit van onderzoek dat de groep uitvoert in het kader van het UGent speerpuntproject ‘Biotechnology for a Sustainable Economy’. De wetenschappelijke proef valt volledig onder de verantwoordelijkheid van VIB en wordt betaald met eigen middelen. VIB-wetenschapper Frank Van Breusegem coördineert de uitvoering van de veldproef.

Verhoogde productie van ‘strek-enzym’

De maïsplanten worden hoger omdat ze het enzym GA20-oxidase in grotere hoeveelheden aanmaken. Dit enzym is betrokken bij de groeiregulatie van planten. De verhoogde productie zorgt ervoor dat de planten zich meer ‘strekken’ tijdens de groei, en dus hoger worden. Planten met verschillende hoeveelheden van de betrokken groeistimulatoren komen van nature al voor in onze graangewassen. Een bekend voorbeeld van planten met een laag gehalte zijn de zogenoemde ‘korte-stro rassen’ die aan de basis liggen van de Groene Revolutie. Bij deze maïsplanten is net het omgekeerde gebeurd – de productie van de groeistimulatoren wordt net verhoogd.

Maatregelen om verspreiding te voorkomen

De onderzoekers zullen de mannelijke bloemen – de ‘pluimen’ – van de genetisch gewijzigde maïsplanten verwijderen. Dit heeft tot gevolg dat de planten geen stuifmeel kunnen verspreiden naar andere maïsplanten. Ook de zaden kunnen zich niet verspreiden. Die zitten stevig vast in kolven die zorgvuldig met de hand zullen worden geoogst.

Procedure
De Federale ministers voor Volksgezondheid en Leefmilieu Onkelinx en Wathelet zijn verantwoordelijk voor het afleveren van de veldproefvergunning. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege, heeft in de procedure een veto-adviesrecht. Belangstellenden kunnen de vergunningaanvraag via de website van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, en op het gemeentehuis in Wetteren raadplegen gedurende de periode van het openbaar onderzoek die loopt van 22 december 2011 tot en met 21 januari 2012.

Lees hier meer over de andere veldproeven van VIB.

Labels: , , , , , ,

31 mei 2011

Wetenschappers gaan door met experimenteel aardappelveld

Ondanks de vernielingen aan het proefveld met genetisch gewijzigde aardappelen hebben de wetenschappers betrokken dit onderzoek besloten door te gaan met het experiment. Dat laten ILVO, UGent, VIB en HoGent weten na de toezegging van de steun van Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten. Die maakte bekend dat de Vlaams regering 250.000 euro extra budget uittrekt om de schade te herstellen die werd toegebracht door de gewelddadige actie van Field Liberation Movement op zondag 29 mei. Deze veldproef met aardappelen resistent tegen de aardappelziekte is vanuit wetenschappelijk oogpunt belangrijk. De aardappelziekte veroorzaakt in ons land jaarlijks voor 55 miljoen euro, maar ook op internationaal niveau is deze proef belangrijk. “We geven niet op,” stellen de wetenschappers. “Meer dan ooit geloven we erin dat onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk is om de landbouw milieuvriendelijker en duurzamer te maken. De steun die we vanuit politiek, landbouw, wetenschap en maatschappij hebben gekregen heeft ons gesterkt in die overtuiging”. Uit een grondige inspectie blijkt dat tijdens de terroristische actie van Field Liberation Movement 15% van de planten in de veldproef werd vernield. Er werd ook ernstige schade werd toegebracht aan de omheining en de veiligheidsinfrastructuur. Dankzij de bijkomende financiële injectie van de Vlaamse regering is het mogelijk om die schade in voldoende mate te herstellen om de veldproef verder te zetten.

Ghent Bio-Economy 25Ondertussen blijkt dat het Field Liberation Movement zijn oog heeft laten vallen op het eerste genetisch gemodificeerd populierenbos in Zwijnaarde. Ook dit bos past in het fundamenteel onderzoek dat het Vlaams Instituut voor Biotechnologie voert. De bomen staan er nu anderhalf jaar en zijn volgens het VIB geschikt als bron voor biobrandstoffen. Door de verlaagde productie van lignine, een kleefstof in het hout, kunnen houtvezels gemakkelijker afgebroken worden tot glucose, de basis van ethanolproductie. In 2008 kreeg het onderzoek internationale erkenning en in 2009 werden enkele honderden bomen geplant. Door de genetische ingreep ligt de bio-ethanolopbrengst tot 81 % hoger dan bij de gewone populieren. De veldproef met populieren is de enige in België en kwam er nadat het VIB gedurende een periode van 10 jaar geen veldproeven meer had gedaan. De actievoerders laten er geen twijfel over bestaan: ofwel wordt dit veld dag en nacht bewaakt ofwel wordt het vernield.

Labels: , , , , , , , ,

29 mei 2011

Eco-fascisme schokt wetenschappers

De Vlaamse wetenschappers van ILVO, UGent, VIB en HoGent zijn diep geschokt door de gewelddadige vernietiging van de veldproef met aardappelen door een 300-tal aanhangers van Field Liberation Movement vandaag in Wetteren. Vooral de agressie waarmee de actie gepaard ging, baart de wetenschappers ernstig zorgen. De vernietigingsactie gaat veel verder dan de veldproef alleen. Het is een frontale aanval op vrij wetenschappelijk onderzoek als methode om milieuvriendelijke landbouw te bevorderen. Door gewelddadige acties als deze wordt het publiek wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen ernstig bedreigd. De wetenschappers hopen op een totale veroordeling van deze gewelddaden door politiek, gerecht en maatschappij.

De onderzoeksinstellingen betreuren dat FLM heeft gekozen voor geweld om zijn ideologie op te dringen aan de maatschappij. Daarmee plaatst FLM zichzelf buiten de wet. Dit is niet langer actievoeren, dit is een daad van agressief geweld. Woordvoerder Joris Ganseman: “We kunnen dit als wetenschappers niet langer meer aanzien of aanvaarden. Jarenlang werk ten behoeve van meer duurzame, milieuvriendelijke landbouw is vanmiddag in één klap vernield”. Hoewel dit een zwarte dag is voor de wetenschap, voelen ILVO, UGent, VIB en HoGent zich gesteund door de actie Save Our Science. 350 wetenschappers van KULeuven, UGent, Vrije Universiteit Brussel en Universiteit Antwerpen, landbouwers en sympathisanten kwamen deze voormiddag hun steun aan vrij wetenschappelijk onderzoek betuigen.

Op het omheinde proefveld in Wetteren groeien sinds begin mei enkele genetische gewijzigde aardappelen die resistent zijn tegen een schimmelziekte en zo chemische bestrijdingsmiddelen overbodig maken. Een experiment waar onder meer de Gentse universiteit en het Vlaams Instituur voor Biotechnologie aan meewerken, en een grote stap voorwaarts zou kunnen betekenen voor onze voedselvoorziening en ons leefmilieu gezien de overbodigheid van chemicaliën. Een proef en onderzoek waar we als maatschappij veel geld in investeren om het in alle openheid, met publicatie van de resultaten, te laten plaatsvinden. Peter Dedecker: "Eigen wetenschappelijk onderzoek om te vermijden dat dergelijke zaken ons afhankelijk maken van enkele bedrijven". De wetenschappers meten nu de exacte schade aan het veld, volgens de eerste berichten is één derde van het veld vernietigd. "De schade is enorm groot en het zal nog enkele dagen duren alvorens we weten of de veldproef volledig verloren is. De actievoerders hebben ook pesticiden over het veld gestrooid, we nemen nu stalen om na te gaan of het om welke producten het gaat", zegt Greet Riebbels van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek.

Volksvertegenwoordiger Peter Dedecker reageert: "Mijn wetenschappelijk hart bloedt als ik die taferelen zie. Hier in Wetteren wordt momenteel een wetenschappelijk experiment, een veldproef met genetisch gewijzigde aardappelen, vernietigt. Burgemeester en politie stonden erbij en keken ernaar. Een schandelijke vertoning en gebrek aan verantwoordelijkheidszin van actievoerders en lokaal bestuur". De actievoerders, op geweldadige manier strijdend tegen vooruitgang, schieten dus in eigen voet. Merkwaardig is, dat zij die zichzelf milieubewust noemen, het veld besproeiden met pesticiden. "Tekenend is ook de houding van het Wetterse gemeentebestuur en burgemeester Alain Pardaen. Dat dergelijke actievoerders, met als doel de vernietiging van het proefveld, zich niet aan afspraken zouden houden, kon het kleinste kind verwachten. Vraag is wie hier in de fout gegaan: de politie met haar gebrekkige optreden, of de burgemeester met een zware inschattingsfout?" stelt Peter Dedecker.

Meer over deze veldproef: http://archief2011.blogspot.com/2011/05/veldproef-met-genetisch-gewijzigde.html

Labels: , , , , , , , ,

22 februari 2011

Nieuw consortium ‘Technopool Sierteelt’ stelt zich voor aan sierteeltsector

Technopool Sierteelt 24Vier sierteelt gerelateerde wetenschappelijke instellingen werken voortaan intensief samen binnen één kennisnetwerk. Onder de naam ‘Technopool Sierteelt’ hebben ze een consortium opgericht. De 4 samenwerkende initiatiefnemers zijn ILVO (Instituut voor Landbouw‐en Visserij-onderzoek), UGent, HoGent en PCS(Provinciaal Centrum voor Sierteelt). Alle vier zijn ze gevestigd in Oost-Vlaanderen, de provincie Oost- Vlaanderen ondersteunt het consortium. Bedoeling is om de sierteeltsector in Vlaanderen efficiënter te ondersteunen bij alle mogelijke teelttechnische en innovatievragen. Op 17 februari 2011 maakte de sierteeltsector kennis met de mensen en wetenschappelijke mogelijkheden achter de ‘Technopool Sierteelt’ tijdens een druk bijgewoonde innovatiebeurs. Die vond plaats bij ILVO Plant in de Caritasstraat 21 te Melle. Het evenement, het nieuwe logo en de bijhorende brochure werden gerealiseerd met de steun van het Europese “Gent: Bloemenregio” project.

Gedeputeerde Alexander Vercamer: “Sierteelt is traditioneel een innoverende sector blijft een belangrijke economische peiler in Vlaanderen: de sector is goed voor een productiewaarde van 539 miljoen euro en een tewerkstelling van bijna 9.000 personen. Ons land staat op de derde plaats binnen Europa qua export van sierteeltproducten. De exportwaarde in 2009 bedroeg 573 miljoen euro, terwijl er voor 499 miljoen euro werd ingevoerd. Speerpunten zijn de vermeerderings‐ en veredelingsbedrijven, gespecialiseerde azaleabedrijven en de boomkwekerijsector. De laatste jaren zijn de bedrijven almaar groter en ambitieuzer geworden. Om de internationale concurrentiekracht in de toekomst te vrijwaren zoeken de siertelers voortdurend naar innovatie en naar betere producten en processen. De schaalvergroting, specialisatie en verticale integratie versterken de tendens om ontwikkelingen uit het onderzoek te implementeren. Ook wettelijke uitdagingen als de geïntegreerde gewasbescherming (die Europa oplegt tegen 2014), de waterrichtlijnen en een rationeel energieverbruik maken oplossingsgericht onderzoek en uitgebreide wetenschappelijke dienstverlening noodzakelijk”.

Reeds in 2002 ondertekenden de 4 partners een intentieverklaring tot samenwerking om de beschikbare infrastructuur voor het onderzoek in de sierteelt optimaal te gebruiken. In 2008 kwam er een aanvullende overeenkomst om de samenwerking te consolideren. Het consortium, ondersteund door de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Oost‐Vlaanderen (POM), kreeg de naam “Technopool Sierteelt”. De expertise en kennis van de vier onderzoeksinstellingen werd wegens zijn complementariteit als een meerwaarde ervaren door bedrijven die contact opnamen met de wetenschappers. De leden van de ‘Technopool Sierteelt’ wensen expliciet dat nieuwe kennis doorstroomt en daadwerkelijk op de bedrijven gebruikt wordt. Als de onderzoekers vb. modelplanten bestuderen, kunnen de onderzoeksresultaten vertaald worden naar economisch belangrijke teelten. Eigen laboratoria en proefopstellingen maken soms plaats voor praktijkonderzoek op de bedrijven zelf. Deze werkwijze blijkt vertrouwen te wekken bij de telers.

ILVO Woordvoerster Greet Riebels modereerde de getuigenissen van de telers. Uit die gesprekken bleek dat moderne sierteeltbedrijven inzetten op innovatie, gedurfde keuzes in bedrijfsvoering, technologie en teeltmethodes. De partners in de Technopool Sierteelt toonden tijdens een debat dat ze heel wat expertise en kennis in huis hebben om de siertelers te begeleiden of te helpen de juiste keuze te maken bij investeringen. Expertise waarvan je misschien nog niet weet dat ze bestaat of hoe deze nuttig kan zijn voor je bedrijf. Aan de hand van een kenniswandeling doorheen laboratoria en een nieuw serre‐ en onderzoekscomplex dat in de loop van 2011 operationeel moet worden, werd informatie gegeven rond actuele onderzoeksthema’s zoals water, gewasbescherming, techniek, nieuwigheden en biotechnologie. Ook hier bleek duidelijk dat de kloof tussen wetenschappers en de siertelers de laatste jaren grotendeels weg viel en dat onderzoeksresultaten steeds sneller hun weg vinden naar de praktijk. Na afloop werden het logo en de brochure van Technopool Sierteelt voorgesteld in aanwezigheid van Eerste gedeputeerde Alexander Vercamer die de aanwezigen uitnodigde op de aansluitende uitgebreide receptie. Link: http://www.ilvo.vlaanderen.be/

Labels: , , , , , ,

7 februari 2011

Nieuw consortium ‘Technopool Sierteelt’ stelt zich voor aan sierteeltsector.

Vier sierteelt‐gerelateerde wetenschappelijke instellingen werken voortaan intensief samen binnen één kennisnetwerk. Onder de naam ‘Technopool Sierteelt’ hebben ze een consortium opgericht. De 4 samenwerkende initiatiefnemers zijn ILVO (Instituut voor Landbouw‐ en Visserijonderzoek), UGent, HoGent en PCS (Provinciaal Centrum voor Sierteelt). Bedoeling is om de sierteeltsector in Vlaanderen efficiënter te ondersteunen bij alle mogelijke teelttechnische en innovatievragen. Op 17 februari 2011 maakt de sierteeltsector kennis met de mensen en wetenschappelijke mogelijkheden achter de ‘Technopool Sierteelt’, tijdens een innovatiebeurs. Die vindt plaats bij ILVO Plant te Melle. Het evenement, het nieuwe logo en de bijhorende brochure werden gerealiseerd met de steun van het Europese “Gent: Bloemenregio” project.

Sierteelt blijft een belangrijke economische peiler in Vlaanderen: de sector is goed voor een totale productiewaarde van 539 miljoen euro en een tewerkstelling van bijna 9000 personen. Ons land staat op de derde plaats binnen Europa qua export van sierteeltproducten. De exportwaarde in 2009 bedroeg 573 miljoen euro, terwijl er voor 499 miljoen euro werd ingevoerd. Speerpunten zijn de vermeerderings‐ en veredelingsbedrijven, gespecialiseerde azaleabedrijven en de boomkwekerijsector. De laatste jaren zijn de bedrijven almaar groter en ambitieuzer geworden. Om de internationale concurrentiekracht in de toekomst te vrijwaren zoeken de siertelers voortdurend naar innovatie en naar betere producten en processen. De schaalvergroting, specialisatie en verticale integratie versterken de tendens om ontwikkelingen uit het onderzoek te implementeren. Ook wettelijke uitdagingen als de geïntegreerde gewasbescherming (die Europa oplegt tegen 2014), de waterrichtlijnen en een rationeel energieverbruik maken oplossingsgericht onderzoek en uitgebreide wetenschappelijke dienstverlening noodzakelijk.

Reeds in 2002 ondertekenden de 4 partners een intentieverklaring tot samenwerking om de beschikbare infrastructuur voor het onderzoek in de sierteelt optimaal te gebruiken. In 2008 kwam er een aanvullende overeenkomst om de samenwerking te consolideren. Het consortium, ondersteund door de Provinciale Ontwikkelings-maatschappij Oost‐Vlaanderen (POM), kreeg de naam “Technopool Sierteelt”. De expertise en kennis van de vier onderzoeksinstellingen werd wegens zijn complementariteit als een meerwaarde ervaren door bedrijven die contact opnamen met de wetenschappers. De leden van de ‘Technopool Sierteelt’ wensen expliciet dat nieuwe kennis doorstroomt en daadwerkelijk op de bedrijven gebruikt wordt. Als de onderzoekers vb. modelplanten bestuderen, kunnen de onderzoeksresultaten vertaald worden naar economisch belangrijke teelten. Eigen laboratoria en proefopstellingen maken soms plaats voor praktijkonderzoek op de bedrijven zelf. Deze werkwijze blijkt vertrouwen te wekken bij de telers.

De innovatiebeurs op 17 februari wil de ‘Technopool Sierteelt’ sterker profileren en gelegenheid bieden tot netwerking tussen onderzoekers, telers en alle andere spelers uit de sector. Onder het motto “Kennis wijst de weg” zullen de partners de veelzijdigheid en toepasbaarheid van hun onderzoek toelichten. Een aantal telers zal vertellen hoe zij geholpen zijn via wetenschappelijke tussenkomst van één van de Technopool partners. Aan de hand van een kenniswandeling doorheen laboratoria en een nieuw serre‐ en onderzoekscomplex dat in de loop van 2011 operationeel moet worden, zal informatie gegeven worden rond actuele onderzoeksthema’s zoals water, gewasbescherming, techniek, nieuwigheden en biotechnologie.


Innovatiebeurs Technopool Sierteelt: “Kennis wijst de weg” Info: http://www.vilt.be/Technopool_Sierteelt
Donderdag 17 februari 2011, vanaf 15u30, ILVO‐Plant, Caritasstraat 21, 9090 Melle

Labels: , , , , , , ,

16 september 2010

Vlaamse instellingen starten onderzoeksproject naar genetisch gewijzigde aardappelen

UGent, ILVO, VIB en HoGent kondigen samenwerking aan rond een onderzoeksproject naar duurzame, genetisch gewijzigde Phytophthora resistente aardappelen. Het project draait rond een tweejarige proef op de velden van ILVO met verschillende genetisch gewijzigde Phytophthora resistente lijnen, die voor het grootste deel afkomstig zijn uit een samenwerking met Wageningen University & Research. Bij de veldproef zal een programma worden opgezet waarbij belangstellenden de aardappelen zelf kunnen zien, en meer kunnen leren over duurzame Phytophthora resistentie.

Phytophthora infestans, beter bekend als ‘de aardappelziekte’ en berucht als veroorzaker van de grote hongersnood in Ierland in 1845-1847, vormt in onze streken al jarenlang de grootste bedreiging voor de aardappelteelt. Belgische landbouwers moeten steeds grotere inspanningen leveren om Phytophthora onder de knie te houden en dat kost hen jaarlijks ongeveer 55 miljoen euro. Dat is één zesde van de totale waarde van de aardappeloogst. De kosten zijn het gevolg van de toepassing van fungiciden en opbrengst- en bewaarverliezen. Men is al jaren bezig met de ontwikkeling van Phytophthora resistente rassen. Conventionele veredelingsinspanningen hebben tot op heden echter slechts enkele resistente rassen opgeleverd, die niet voor alle soorten van verwerking geschikt zijn. Er is een ingewikkeld kruisingsschema noodzakelijk dat meer dan 30 jaar in beslag neemt om vanuit wilde verwanten van de aardappel resistentiegenen in een bruikbaar ras binnen te brengen. Bovendien is op die manier slechts één resistentiegen tegelijkertijd binnen te brengen. Het is bekend dat Phytophthora gemakkelijk door enkelvoudige resistenties heen breekt.

Sinds een aantal jaren is er echter ook zicht op de ontwikkeling van duurzaam Phytophthora resistente aardappelen. In plaats van conventionele veredeling past men hier genetische modificatie toe voor het binnenbrengen van meerdere resistentiegenen tegelijkertijd. Een meervoudige resistentie is voor Phytophthora véél moeilijker te doorbreken. Het binnenbrengen van een meervoudige resistentie kan met genetische modificatie in één stap en zonder verlies van raseigenschappen worden gerealiseerd. De uiteindelijke aardappelen zijn sterk vergelijkbaar met aardappelen die op conventionele manier verkregen kunnen worden. Aan de resistentiegenen zelf wordt immers niet gesleuteld, en de uiteindelijke lijnen zijn in de meeste gevallen merkervrij. Het is alleen de manier waarop de genen binnen zijn gebracht die verschilt.

Men maakt zo genetisch gemodificeerde lijnen met daarin verschillende combinaties van resistentiegenen. Er is vandaag een twintigtal resistentiegenen beschikbaar, die allemaal afkomstig zijn uit knoldragende familieleden van de cultuuraardappel uit de Andes. Het opgestarte project heeft de bedoeling de resistentie van een aantal van die lijnen onder reële Vlaamse condities uit te testen. Met het project willen de vier partners bijdragen tot de ontwikkeling van duurzame, Phytophthora resistente aardappelen voor de Belgische landbouw. Eventueel toekomstige commerciële teelt van dergelijke aardappelen zal leiden tot een grote daling van het aantal spuitbeurten.


Voor meer informatie over Phytophthora resistente aardappelen, zie www.vib.be/phytophthora

Labels: , , , , ,

eXTReMe Tracker
My Google AJAX Search API Application
Loading...